M11-En toen was daar Hein

Heins grootste liefde is motorrijden. Voordat Frankrijk op slot gaat, wil hij nog zo graag een lange rit maken.

Togolese pinda’s

Als hij toch gaat, dan heb ik nog wel een opdracht voor hem: Togolese pinda’s ophalen in La Guierche (bij Le Mans), waar ik vorig jaar ook twee maanden heb vertoefd.… “Wat dacht je ervan als ik doorrijd naar Montpellier om jou op te zoeken?”

Ik ben dan koud 10 dagen weg, dat is echte liefde, toch? “Zou mijn gastvrouw dat wel appreciëren, meteen een gast erbij, twee nachten?”, schiet door mijn hoofd. Anne-Maries gezicht licht op als ik haar vertel dat mijn allerliefste mij wil bezoeken. “Heerlijk, nog een gast. Kan ik fijn gaan koken voor ons allen.” Hein stelt lekker en vooral véél eten erg op prijs. Een echte win-win situatie. En, geheel in tegenstelling tot haar man. Die eet alleen omdat het moet, en dan ook nog muizenhapjes!

Motorrijden, daar gaat het om

In Montpellier.

De motorreis zelf is wat Hein drijft. Dus 5,6 dagen elke dag 200 tot 300 km rijden, brengt blosjes van blijdschap op ‘s mans wangen. Dus zeer goed gehumeurd komt hij aan. Niet in de laatste plaats dat na dagen van regen, het nu eindelijk warm is. Sinds ik hier ben, daalt het kwik overdag niet onder de 28˚C.

We mogen meteen Anne-Marie’s auto lenen om naar de stad te rijden. “Je suis très prêteuse”, zegt ze. “Ik leen aan iedereen mijn auto uit. Ik ben goed verzekerd.”

Bij thuiskomst staat een inderdaad overvloedige avondmaaltijd op ons te wachten. De nacht is wat minder comfortabel in een bed van slechts 1.40 m breed.

Mediterraan

De volgende dag besluiten we naar Sète te gaan. Dat heeft Hein niet ingecalculeerd, dus eerst een zwembroek kopen. We nemen de toeristische route… foute keuze. Heel fout. We worden dwars door Montpellier gestuurd. Stoplicht, na stoplicht, na stoplicht in de brandende zon. Volgens de regelen der kunst zijn we veilig maar te dik ingepakt voor deze tropische temperaturen. Overal voel ik het zweet druppelen en mijn haar is al drijfnat. “Is dit wel een goed idee?” vraag ik halverwege. Hein heeft de route al aangepast en we snellen daarna over de péage richting Sète. Mijn geleende helm vliegt zowat van mijn hoofd.

In Sète waan je je echt aan de Méditerranée. Dat speciale zonlicht, die staalblauwe lucht, de palmen, boten in de haven én die hitte. We nemen een plat du jour onder de platanen. Franser kun je het niet krijgen. Sète is een alleraardigst stadje. Ons tempo ligt laag. Zó loom word je van dat warme weer. Om 4 uur in de middag tuffen we naar het strand,vijf kilometer buiten Sète.

Op het strand

We vlijen ons neer op het zandstrand. Binnen tien minuten is ons zicht op de zee geblokkeerd door een groep Franse vrienden. Ze zijn zeker met zijn twaalven. Als het volgende koppel de rij wil verdubbelen, protesteer ik : “Vous bloquez notre vue.” Vriendelijk nestelen ze zich ietsjes verderop.

We zwemmen wat in het water en de Fransen lijken na korte tijd alweer afscheid van elkaar te nemen. We vallen beiden in slaap. Als we onze ogen openen, een half uur later, is het gezelschap nog steeds bezig elkaar dag te zeggen. Keurige mensen, kan niet anders zeggen. Allemaal slanke senioren – op een mannenbuik na hier en daar – , heel verzorgd, de vrouwen verven allemaal nog hun haar. Na de zwempartij verwisselen sommige vrouwen van badpak.

We kijken dat getut een beetje aan, roddelen natuurlijk een end weg en stappen vervolgens op de motor. De terugweg is een stuk beter dan de heenweg, maar het is wel jammer dat er tussen Montpellier en Sète zoveel industrie is. In allerlei soorten en maten. Maar wat is het verder lekker om met zulk warm weer op de motor te zitten. Als je kunt doorrijden. Dat wel.

 

Plaats een reactie