Een heuvelachtig landschap is nogal een uitdaging voor een plattelander, maar toch wil ik heel graag de huisfiets uitproberen. Zeker gezien dat gedoe met het OV lijkt me dat een patent idee.
Die fiets hangt in de schuur. De banden zijn plat als een dubbeltje en het zadel staat te hoog. Keiharde banden, dat lukt meteen. Nu het zadel op de juiste hoogte. Maar wat staan we te kutten met zijn tweeën. Er komt geen beweging in. “Hoe kan dat nou?”, vraagt Anne-Marie zich af, want zoon Frans had al eerder het zadel omlaag gedraaid, in een handomdraai. Zijn wij nou echt zo blond? Gelukkig is Hein daar, altijd de redder in nood… Wederom in een handomdraai is het zadel omhoog. Iets met een handeltje dat net niet goed stond. Of zoiets…
21 versnellingen
Afijn, ik kan gaan. Een licht fietsje, precies mijn maat, met 21 versnellingen, dat moet toch lukken.

Het zwembad ligt 15 tot 20 minuten verderop. Net zo lang rijden als met de bus. Met de aanleg van het parcours van de nieuwe – nog niet rijdende – tram 5 hebben ze eveneens nieuwe fietspaden aangelegd. Mijn hele rit is dus veilig af te leggen. Er zijn in het algemeen best veel fietspaden, wel zo prettig, want je wilt niet op de gewone wegen rijden.
Automobilisten stoppen
Het is niet dat de automobilisten vervelend zijn, maar de doorgaande wegen zijn vaak smal en gewoonweg niet op fietsers berekend. Als er dan ook nog een bus doorheen moet, dan word je gedwongen het trottoir op te vluchten.
Als ik een straat oversteek, staat er vaak cedez le passage: geef voorrang. Maar meestal stoppen de automobilisten voor me. Ze zijn over het algemeen heel correct, moet ik zeggen. Net zoals in Hoorn, zoals het hoort. Niet zoals in anarchistisch Amsterdam, waar je altijd op je tellen moet letten. Ook de andere fietsers en de voetgangers – met wie je vaak het pad moet delen – letten op elkaar.
Knijpers in de rok
Ik draag graag een rok. Op een sportfiets met open kettingkast en verder geen enkel extraatje, moet ik opletten dat dit kledingstuk niet tussen de spaken of remmen komt. Een wasknijper tussen de benen en wat extra bij de zomen van een langere rok en ik kan gaan!
In reistijd scheelt het niet veel
Nu kan ik via Jacou, een dorp verderop, de tram pakken. In reistijd scheelt het niet veel. Het 15 tot 20 minuten fietsen naar de tram en vervolgens een half uur in de tram voordat ik op Place de la Comédie aankom. Maar de onafhankelijkheid is groter, veel groter. De tram rijdt zeker iedere 10 minuten. Dat is al vijf keer meer dan die ene bus.

Goede work-out
Bovendien is het wel een lekkere work-out. Zo nu en dan moet ik flink trappen, ook met 21 versnellingen wordt mijn uithoudingsvermogen soms op proef gesteld. Maar je bent een stoere meid of niet. Dan doet leeftijd er niet toe.