Uurtje of 10 ’s avonds. Bedtijd na een lange, vermoeiende dag aan de Côte d’Azur. Nog even naar de wc. Het is donker op de gang in het huis waar ik nu voor de derde nacht logeer. Ik zie het lichtschijnsel van het wc-raam en doe een stap naar voren.
Verdwenen
Waar is de vloer???? Alsof de grond onder mijn voeten verdwenen is… ik zweef een fractie van een seconde en val. Ik rol (?)naar beneden, ik schreeuw. En eindig met een grote smak tegen mijn achterhoofd. “Ai”, denk ik, “mijn hoofd. Hersenschudding of erger?” Ik lig onderaan de trap. “Wat is er, wat is er gebeurd?!”, roept mijn gastvrouw Marijke. “Ik dacht het raampje van de wc te zien en wilde naar binnen. Maar ik was al bij de trap…” Ondertussen voel ik overal. Handen, armen, benen. Op mijn achterhoofd voel ik meteen een bult ter grootte van een pingpong bal, maar verder is er niets gebroken. Alleen die linkerzijkant, ai, ai, ai. Marijke ziet een kleine wond op mijn been, maar verder lijkt alles in orde. Zes, zeven treden op een stenen trap… Ik had wel dood kunnen zijn of in 1000 stukjes zitten huilen bij de Eerste Hulp aan de Côte d’Azur.

Marijke wil nog wat ‘hoe en wat’ maar ik denk alleen: “Ik wil naar bed. Mijn zere lijf moet horizontaal. Ondertussen zeg ik: “ Wat heb ik een geluk gehad. Alleen een beurs, kermend lijf!”
Schuifel, de schuifel
De dag daarop ben ik weer terug in Montpellier, na een 5 uur durende busrit. Als een oude vrouw schuifel ik traag door het huis. Veel au, au, want ik maak snel een verkeerde beweging. Zo’n oude trage schuifelaar, waar ik zelf zo’n hekel aan heb. Veel bewegen heb ik altijd gehoord, dus dat doe ik dan maar. Zij het op halve kracht. Armpjes slap omhoog, voorzichtig aan met de benen en vooral niet te veel zijbewegingen maken. Toch ook maar zwemmen, ook niet helemaal je dat, maar beter dan de gymoefeningen. Na 1 tot 2 dagen denk ik ‘fuck it’, ik ga liggen. Geen gymoefeningen meer. Ik mag dan wel niet in 1000 stukjes liggen, maar dit doet zeer, zeer, zeer. Vooral rust houden is volgens mij een beter motto. Dit gaat nog wel even duren, ben ik bang. Het is nu vier dagen na mijn onfortuinlijke val.