9. Eten in een Bouillon

Over eten valt een hoop te schrijven en zeker hier in Frankrijk gaat het toch weer even anders dan bij ons. Hier het eerste verhaal over eten.

Het begint met onze reis richting Nantes. In Tours stuiten we op een zogenaamde

Bouillon

Ik had erover gelezen dat ze weer opgang maken in Parijs (zie uitleg onderaan dit verhaal), maar het blijkt dat de oorsprong in Tours ligt. Tenminste, dat zeggen ze daar! Het is een restaurant waar je heel lekker eet (‘cuisine de grand-mère’) voor weinig. De omloop is heel groot en daarom kunnen ze bescheiden prijzen vragen. In Parijs hoef je niet te reserveren. Je staat gewoon in de rij tot je naar binnen mag en dat schijnt snel te gaan. In Parijs zijn sommige van die etablissementen ook de moeite waard qua interieur heb ik gelezen. In april ga ik het uitproberen.

Wel reserveren in Tours

In Tours moeten we wel reserveren in restaurant Le Bon Temps, maar gelukkig is er die avond  op dat moment  (lees vroeg: 18.45 uur) plaats. Zo’n tafel wordt zo’n 3x per avond bezet en ze hebben = schat ik – wel 60 tot 80 tafels. Elke avond vol, vertelt de ober in zulk rap Frans, dat mijn oren ervan tuiten. Ze bezuinigen wel op de verwarming, merken we, maar omdat het gauw volloopt, is het te doen. Warme soep als entree is ook een goed idee.

De menukaart van Le Bon Temps in Tours

 

Inderdaad, het eten is zalig. Entree, hoofdschotel, kaas en een toetje inclusief een halve liter wijn en we zijn nog geen 50€ kwijt. Bediening is snel, efficiënt. Aardig? Ze zijn vooral gehaast want ze zijn met weinig en er zijn veel, heel veel klanten.

In Nantes vind ik een soortgelijk restaurant, maar de kritiek is vernietigend. Dus….

Geschiedenis over het type restaurant Bouillon

In 1854 opende de Parijse slager Pierre Louis Duval aan de Rue de la Monnaie de eerste bouillon, een eetgelegenheid waar arbeiders en marktkooplui voor weinig geld eenvoudige gerechten, waaronder de gelijknamige bouillon, konden eten. Het bleek een succesformule die rond het jaar 1900 zijn hoogtepunt bereikte, toen de stad zo’n 250 bouillons telde, vaak gevestigd in fraaie art nouveau-gebouwen. De bouillons werden geleidelijk verdrongen door de chiquere brasseries, waardoor uiteindelijk alleen bouillon Chartier aan de Rue du Faubourg-Montmartre overbleef. Met het duurder worden van het uitgaan na de coronapandemie van 2020-2021 werden veel Parijse brasseries weer omgevormd tot betaalbare bouillons.





Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *