Warrremmm. Uit, uit, uit, die kleren…. Maar ja, in de zakelijke wereld kan dat niet zomaar. In ieder geval vaak niet op kantoor. Waarom? Het ‘probleem’ is dat we aan het werk zijn. Dat vraagt professionaliteit. Bloot straalt dat niet uit. Maar kledingcodes veranderen voortdurend. En misschien werk je in een meer creatieve omgeving, waar wat meer kan.

Gespot: Man in korte broek!

De korte broek voor mannen bijvoorbeeld… maarre, dan in de – laten we zeggen – wat meer zakelijke sfeer. Dus: denk “pak”. In zakelijke kleuren, zoals grijs en donkerblauw….Maar dan met korte broek, lengte bermuda. Daarbinnen kun je weer variëren voor de meer ‘zakelijke’ aanpak of casual. In het eerste geval draag je een effen of gestreept overhemd, je voegt das en/of gilet toe. Klassieke schoenen.

In het tweede geval kies je voor een mooie, kasjmier trui. Of je pakt een overhemd in een vrolijk printje. Top het af met een leuke pet en je kunt zo de zakelijke creatieveling uithangen op een mooie, warme zomerdag! En zit je aan tafel, ziet de ander niet eens dat je broek in de hoogwaterstand staat.

Korte broek is ook een modeding

Oh ja, ook korte broeken is een modeding. Dus dit jaar gaan we voor de omslagen in de korte broek. Geprefabriceerd of zelf lekker omgeslagen. Net zoals bij de lange broeken op dit moment.

Let wel op wat het beste bij je past. Dus hier enkele extra stylingtips:

Wel lekker blijven uitzien

Een short tot ver over de knie oogt snel slungelig. Té kort ook niet goed. Effe boven de knie als je zakelijk gaat. Tot een handpalmbreedte daarboven. In je vrije tijd kun je best nog wat korter, maar overdrijf het niet. Je moet er wel lekker blijven uitzien, toch?

Wees niet je eigen hutkoffer

Naast niet te lang of te kort, ook niet te wijd. De gemiddelde Nederlandse man kiest vaak voor een net te lang en net te wijd model. Zo gaat alle vorm in de onderkant van het lichaam totaal verloren. Zonde!

Ook alsjeblieft geen broeken met zoveel zakken, ritsen en vakjes, zodat je er gaat uitzien als je eigen hutkoffer. Al die uitstulpingen doen je er bovendien veel dikker uitzien dan je in werkelijkheid bent.

Kies een model dat aan de bovenkant iets ruimer valt; de stof hoeft namelijk echt niet om je billen te spannen. Naar beneden toe mag de broek smaller uitlopen. Let op: bij een korte broek moet het niet te strak aansluiten bij de knie (het is geen fietsbroek), maar ook niet zo ruim dat je er een vuist tussen kunt stoppen.

Langer of korter lijken

Langer lijken? Donkere kleuren onder.

Mensen kijken meestal van beneden naar boven. Als je klein(er) van stuk bent, wil je de aandacht naar je gezicht trekken. Dus: donkere kleuren onder, lichtere kleuren boven. Dan lijk je met donkere shorts en een lichte top langer. Voor jou beter geen hippe, omgeslagen broekspijpen. Want dat creëert een extra horizontale lijn en dat breekt de lengte. Ook een goede: alles in één kleur. Ook dat werkt verlengend.

Voor lange mannen, die korter willen lijken, werken deze regels net andersom.

Melkwitte benen

De één bruint nu eenmaal meer dan de ander. Ook iets om op te letten als je staat te aarzelen bij het kledingrek. Heb je melkwitte benen, ga dan voor lichtere kleuren. Zo steken die witte onderdanen niet zo af. Laat dus (in dit stadium) donkerblauw of zwart of elke andere donkere kleur hangen. Dit clasht natuurlijk met de eerdere opmerking voor kleine(re) mannen dat kleuren beter van donker naar licht kunnen gaan. In dat geval is het beter om je hele outfit in een lichtere kleur te houden. Vind je dat je er nog te bleek uitziet? Zorg dan dat je wat kleur aanbrengt in je shirt. En zorg vooral dat je de kleuren draagt die bij jouw huidskleur passen. En weet je het niet? Doe een kleurenanalyse.