LG-30. Vrijwilliger bij de voedselbank – deel 7

Ik raak aan de praat met vrijwilliger Edwyge. Ik ben geen liefhebber van spijkerbroeken maar de hare ziet er mooi uit. Verder: lekkere oranje trui, kek bloesje eronder. Ik observeer haar mooie bril. “Heb jij meerdere brillen? Had ik wel, maar ben net geopereerd aan staar, dus voorlopig blijft het bij deze.” Ik heb mijn evenknie op kledinggebied gevonden.

Sabrina kan alles aantrekken. Met haar mooie figuur staat een vuilniszak haar nog goed. Ze vindt het altijd prachtig om te zien wat IK nu weer aanheb. Dat zijn er dus al twee die wel iets met kleding hebben. Daar word ik gelukkig van.

Ik hoop dat ik net zo straal als u als ik ouder ben

Het meisje dat me op mijn allereerste dag een compliment gaf, komt vandaag naar me toe en zegt: “Ik hoop dat ik net zo stralend (gekleed) ben als u als ik zo oud ben.” Ik smelt bij zo’n mooi compliment. Ik loop naar achteren en zet haar mijn hoed op. Ze is enorm tenger, ze heeft maat 32 of XXS, dus haar hoofd is ook niet heel groot. De hoed zakt dan ook ver over haar hoofd heen, maar ze kan wel zien dat een hoofddeksel haar prachtig staat.

Een oudere vrouw met een tandeloos bekje geef ik een compliment over haar trui: “Wat ziet u er mooi uit! Die kleur staat u prachtig, mooie geborduurde bloemen. Ze wordt er een beetje verlegen van. Later zie ik dat ze twee truien heeft meegenomen. Is ze geïnspireerd door mijn compliment?

Nieuwe aanwas kleding

Zo goed en zo kwaad als het gaat, heb ik de kleding een beetje leuk uitgestald.

De Voedselbank heeft ook kleding voor haar klanten. Gratis mee te nemen. Het hoofd van de vrijwilligersafdeling komt ter ore dat ik wel iets met de kleding wil doen. De kleding die er nu hangt is lang niet aangevuld.

Ze koppelt mij meteen aan een andere vrouw, zodat we een paar dagen later de ingeleverde kleding kunnen uitzoeken. Zakken vol liggen er.

De uitgezochte kleding probeer ik zo goed en zo kwaad mogelijk een beetje leuk te etaleren. Met weinig ophangpunten, veel verdrietig ogende en vooral ook te weinig hangers, enorm veel verschillende maten van XXS naar XXXXL is het geen uitgemaakte zaak. Wel lukt het kledingstukken op kleur te rangschikken en hier en daar een setje op te hangen, zodat het een beetje oogt. Al doende, bedenk ik enkele kledingstukken voor bepaalde klanten.

Tijdens onze pauze stelt de vrouw mij enkele vragen over mijn privéleven. Aangezien er niets spannends volgt, krijg ik binnen een kwartier haar levensverhaal te horen. Wat bezielt mensen die je vijf minuten geleden hebt ontmoet, allerlei ontboezemingen te doen over mislukte huwelijken, depressies, kleinkinderen die ze niet meer ziet en “dat wil ik aanvechten bij de rechter, want ‘grootouders hebben ook rechten’?” Ik hoor het aan, geef spaarzaam commentaar en ga weer aan het werk.

Snel verdwenen

Waar ik niet op heb gerekend, is dat de volgende dag de klanten meteen zien dat er nieuwe kleding is en zich daarop storten. Ik ben elders bezig en zie pas aan het einde van mijn werkuren, dat veel kleding al blijkt meegenomen. Ongetwijfeld met veel liefde geholpen door andere vrijwilligers, die er wel tijd voor hebben. Ook de kledingstukken die ik heb bedacht voor bepaalde klanten zijn jammer genoeg al verdwenen.

De dag daarop brengt één van onze klanten nieuwe aanwas mee. Jeans in alle kleuren van de regenboog. “Een buurvrouw van mij is verslaafd aan het kopen op internet. Veel gebruikt of draagt ze niet, dus hier zijn wel tien verschillende broeken, Frans maatje 40” Ook die zijn tamelijk snel verdwenen. Niet in de laatste plaats omdat één klant er vier tegelijk meepakt. Beetje hebberig. En niet de bedoeling, blijkt later. Maar gedaan is gedaan.

 

 

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *