Daar ben ik dan. In Montpellier. Donderdag 5 september 2025. Stralend weer, warm (natuurlijk). Anne-Marie, mijn gastvrouw is zo aardig om mij op te halen. 20 minuten later zijn we in Clapiers, een buitenstadje noordoost van Montpellier.
De echtgenoot
Daar ontmoet ik Nederlandse echtgenoot Marinus. Het echtpaar is begin tachtig. Het huis is verdeeld in twee zelfvoorzienende verdiepingen.

Voorkant van het huis. Sinds enkele jaren kun je meteen via dit bruggetje naar de bovenverdieping. Voorheen moest het via de trap naar beneden. Met dit weer staan deuren en ramen altijd open.
Dat wil zeggen: ik zit op de benedenverdieping en het echtpaar woont boven, geheel levensloopbestendig. Boven kom ik zeer regelmatig – goed voor de knieën die trappen! – om te eten en wat te kletsen. Met haar vooral; hij is niet zo’n kletskous. We spreken meestal Frans, soms een beetje Nederlands. Anne-Marie wil tijdens mijn verblijf haar Nederlands een beetje oppoetsen. Handig als de Nederlandse familie komt. Die spreken geen drie woorden Frans en de rest van de Franse kant spreekt geen Nederlands.
Te weinig kledinghangers
’s Morgens loop ik zo het terras op om daar mijn ochtendgymnastiek te doen. Ik heb een ruime slaapkamer en kan gebruikmaken van de kast in de gang om mijn vele kleding op te hangen. Veel te weinig kledinghangers natuurlijk…
In de salon tik ik mijn verhaaltjes meestal. Een badkamer heb ik tot mijn beschikking, en een keuken die ik niet gebruik. Hooguit voor een kopje thee of om water te pakken. Het water is hier niet lekker is mij gezegd, dus is het Evian of een ander Frans plat watertje. Standaard heb ik één of twee flesjes water bij me als ik op stap ga. Het is nog steeds behoorlijk warm.

Daar is mijn slaapkamer.
Overal staan deuren en ramen open. Dan waait het lekker door en blijft het redelijk koel in huis. In dit jaargetijde dan.
Cul de sac

Het huis met ervoor de uiterwaarden van rivier de Lez.
We wonen aan een doodlopende straat (= cul de sac), met allemaal hetzelfde genre huizen met ruime tuinen. Om je een idee te geven: Ons perceel is 1.000m2. Het huis kijkt uit op een kleine vallei, in feite de uiterwaarden van rivier de Lez. Wel zo prettig voor het uitzicht. Daar beneden en bij ons in de straat zie je veel sportende mensen: joggers, wandelaars, fietsers.
Zij in een Clio
Zij rijdt in een Clio, met de nodige krassen, zoals een echte Fransoos (?) betaamt. De airco staat zelden aan, meestal gewoon open ramen. Ik mag de auto gebruiken, maar tot nu toe doe ik dat liever niet. Ik voel me slecht op mijn gemak in een onbekende auto.

De was is natuurlijk zo droog op mijn terras.
Zijn auto staat werkeloos buiten. Hij komt de deur niet meer uit en hangt een beetje rond, TV kijkend en rokend. Of zijn vrouw brengt hem naar de fysio dan wel naar de tandarts. Elke dag de nodige pillen slikken. Hij eet nauwelijks, maar is wel dol op éclairs en chocolade. Hij brombeert regelmatig, maar ik krijg de indruk dat hij het toch wel leuk vindt, wat extra leven in huis. Ik plaag hem een beetje, in het Frans, in het Nederlands…
Anne-Marie rijdt me graag overal naar toe, zelfs naar de bushalte, 7 minuten verderop. Maar dat weiger ik vriendelijk maar beleefd. Het is soms wel heel gemakkelijk om ergens met de auto naar toe te gaan, maar liever regel ik het allemaal zelf. Enigszins mopperend op die weinig frequent rijdende bus. Maar ja, ik heb de tijd, dus wat maak ik me druk?
Clapiers
Clapiers, mijn dorp voor de komende tijd, is zo’n klein Frans dorp, met natuurlijk een mairie, de nodige bakkers, een apotheek, een verenigingsgebouw etc. Op de zondag is er markt. Marktje, eigenlijk.
De bus naar het zwembad of Montpellier is zeven minuten lopen, richting het centrum van Clapiers. Vandeweek zijn we samen naar het huis van haar jongste zoon Frans gelopen. Afstanden van niets. Het echtpaar heeft 4 kinderen van om en nabij de 50 en 11 kleinkinderen. Binnen enkele dagen heb ik de hele familie al ontmoet, maar daarover later meer.