Vintagekleding, ik ben er dol op. Al sinds de zeventiger jaren koop ik tweedehands. Op een dag besluit iemand dat dit soort kledij en accessoires vintage heet, maar wanneer is een kledingstuk feitelijk vintage? Er zijn winkels die al vintage zeggen als een kledingstuk een paar jaar oud is, maar dat is dood ordinair tweedehands. Maar dat staat niet zo chique, dus zegt men vintage. En dát geeft verwarring.

Wat is vintagekleding nou precies?

Het gaat om kleding, schoeisel en accessoires die vóór de 80-jaren (en tegenwoordig ook al in dit decennium) zijn gemaakt. De stukken zijn typisch voor een bepaalde tijdgeest en hebben een zekere stilistische waarde. Veelal zijn het handgemaakte stukken, want in die tijd wordt veel thuis genaaid. Ook kun je heel regelmatig designer kleding aantreffen. Hoe vaak sta ik met verwondering te kijken naar de kwaliteit uit vervlogen jaren. De vintagekleding is duidelijk met zorg gemaakt; je kunt zien dat er kwaliteitsstoffen zijn gebruikt. Zeker de stukken tot en met de 60-jaren zijn vaak echt mooi gemaakt.

Voorbeeld van jurken uit de jaren veertig.

Er is zat te koop, verbazingwekkend veel. In de winkels, via internet. Er komt heel veel vintagekleding uit Canada en de VS. Goedkoop is het vaak niet, zeker niet via internet. Daar zijn genoeg mogelijkheden om prachtige stukken aan te schaffen, maar je moet wel een goed gevulde portemonnee hebben. Ikzelf ga liever een winkel in, dan zie ik wat ik in mijn handen heb en kan ik meteen kijken of het past.

Waarop let je bij aankoop vintagekleding?

Ik ben geen expert in het ontdekken uit welke periode kleding komt, maar in de loop der jaren heb ik wel wat dingetjes ontdekt waarop je moet letten als je wat koopt.

Als je koopt, kijk je eerst goed naar de kwaliteit van de waar. Het gaat om tweedehands tenslotte, hoewel soms ook ongebruikte waren worden aangeboden. Neemt niet weg, dat je nog steeds goed moet opletten.

Wol en motten

In vroeger tijden gebruikt men veel wol en motten zijn daar zot op! Dus heb je een wollen stuk in je handen, zoek naar de mottengaatjes. Zijn het er een paar, dan is het niet zo erg. Ik zou echter wel meteen mottenballen kopen, want je weet niet of er meer in zitten. Ik heb thuis een aparte kast met wollen kleding, met allerlei mottenbestrijdende spullen. Ik heb al eens een jasje verpest door niet goed op te letten, dat gebeurt me geen tweede keer.

Zo zien mottengaatjes er dus uit!

Slijtplekken

Kans dat je je jurkje of bloes 100% goed is, vooral bij de jurkjes uit de 40-er jaren is niet al te groot, maar let goed op of de stof niet al te veel slijtplekken vertoont. En vooral slijtplekken die het niet lang meer houden. Valt ermee te leven, dan zou ik er zeker voor gaan.

Naden, knopen, ceintuurs

Kijk naar de naden. Je moet vaak nog wel eens wat bijwerken. Laatst voelde ik telkens wat knappen, en dacht dat het de voering was. Maar nee, niets te zien. Doe ik later dat jasje uit, blijkt het halve pand aan de buitenkant eruit te liggen. Garen kan namelijk ook gaar worden. Knopen ontbreken soms of een bijbehorende ceintuur. Vind je het erg of kun je ermee leven? Kun je het zelf vermaken of breng je het weg?

Let ook op of je de naden moet bijwerken. Check op ontbrekende knopen, een gesp of riem misschien.

Stretch

Kleding zonder stretch; we weten bijna niet meer hoe dat is. Als je vintagekleding draagt, merk je wat een comfortabele kleding we tegenwoordig dragen. Het beweegt altijd wel mee. Dus bij zo’n oud stuk moet je soms anders bewegen. Of het kledingstuk iets anders aantrekken. Mouwen die net over de elleboog reiken, kun je bijvoorbeeld beter iets opstropen. Kijk of je genoeg bewegingsvrjheid hebt, zo zonder die rek die je zo gewend bent. Kun je het kledingstuk misschien (laten) vermaken waardoor het wel goed zit?

Mouwsgaten en mouwen

Afhankelijk van de tijdsperiode zijn die heel ruim of juist heel strak gesneden. Vooral 50-er en 60-jaren kleding is niet altijd even comfortabel op dat punt. Vind je een mouwloos jurkje waarbij de mouwsgaten in je oksels knellen, kijk dan of je die kunt laten vermaken zodat het wel goed zit. De Gouden Schaar is mijn beste vriend voor dit soort klussen.

In de 50-er jaren zijn de armsgaten niet zo ruim bemeten. Wij zijn dat niet meer gewend.

Stofsoort

Let op dat in bepaalde periode veel kunststoffen zijn gebruikt. Denk aan acryl, polyester en nylon. Dat is het nieuwe ding in de 50-er en 60-er jaren. Lekker goedkoop en gemakkelijk te onderhouden. Maar vooral bij warm zomerweer is het geen pretje om synthetische kleding uit die tijd te dragen. Wees je daarvan bewust.

Labels en wassen

Labels met stofinformatie en wasvoorschriften komen pas in de 70-er jaren. Bij vintagekleding vóór die tijd moet je zelf de stof bekijken en voelen. En wat wassen betreft: ik doe dat zo min mogelijk, vooral bij tere stoffen. En dan met de hand of naar de stomerij. En ook daar moet je goed overleggen wat wel en niet kan. Je kunt kleding ook buiten laten luchten. Vroeger wasten ze niet zo vaak als wij en losten ze het ook zo op.