Het was me vorig jaar al in Nantes opgevallen: buiten de grote stad is het leven niet echt ingericht op wandelaars. Lees: weinig trottoirs dan wel te smalle trottoirs.
Omdat ik graag veel wil bewegen (mijn dagelijkse zwemroutine en 3x week naar de sportschool moet ik echt even anders inrichten), is het de bedoeling de benenwagen te gebruiken. Zolang je binnen het dorp blijft en de doorgaande weg(en) vermijdt, lukt het meestal wel.
Weinig ingericht op wandelaars
Er gebeurt van alles in de omliggende dorpen hier – o.a. gym voor senioren – en dan denk je: 4 tot 5 km erheen lopen is een leuke ‘warming up’. Mooi niet, want er is gewoonweg geen stoep op de doorgaande weg en dan die langsrazende auto’s vlak naast je….. De fiets heb ik niet meegenomen, omdat ik van de zomer al had gezien, dat de omgeving weinig fietsvriendelijk is. In tegenstelling tot Nantes waar ik vorig jaar mijn Frans ging bijspijkeren. Dus dan maar met de auto!
De auto is lekker bij de hand. Bij het kleinste drupje regen pakt Kékélia al de overdekte vierwieler. Laatst, 7 minuten naar de markt vond ze al te ver in de regen. Een paraplu en lekker doorlopen zou ik zeggen. “Nee, nee, dan wordt het brood nat”. Die smoes kende ik nog niet.
Onze Vinex-wijken spannender!
Maar kleinere wandelingen, weg van de doorgaande wegen, is te doen, maar dodelijk saai! Mijn fantasie maakt meestal overuren als ik onderweg huizen bekijk, maar hier lijken die bouwsels allemaal op elkaar. De meeste huizen zijn hier van lichtgeel tot okergeel geschilderd. Opvallend is dat regelmatig een bepaalde roze-aubergine kleur voor het hout- en hekwerk wordt gebruikt. Onze Vinex-wijken zijn spannender!
Tiny houses
Maar goed, misschien ben ik te ongeduldig. In ieder geval heb ik hier om de hoek al wel een “tiny huis” fabrikeur ontwaard. Wat gaat zich nog meer voor mijn ogen ontvouwen als ik echt goed om me heen ga kijken?