Opnieuw naar Frankrijk, om mijn Frans te perfectioneren. Dit jaar onderneem ik mijn reis alleen, naar Le Mans, Frankrijk. 800 km in mijn blauwe Opel Agila, volgestouwd met drie koffers, een rugzakje en wat eten. Ik houd helemaal niet van lange stukken rijden en zeker niet van de eerste dag waarvan ik van tevoren al weet dat die niet gaat meevallen. En… is het inderdaad het geval?
In het zuiden van NL valt het me ineens op dat het aantal te rijden uren niet afneemt, maar eerder toeneemt. Dat terwijl de kilometers verder weggereden worden. Mmm, we naderen Antwerpen. Het zal toch niet???
Anvers, c’est l’enfer
Ja hoor, Antwerpen is zo’n stad waar je doorheen MOET als je aan het westen van Frankrijk wilt zijn. Daar is ALTIJD wat. Wie herkent dit niet?
ANTWERPEN IS DE HEL! Deze keer twee ongelukken; het verkeer staat aan het begin van de ring al vast. En ik bedoel VAST, geen beweging in te krijgen. Ik zie de wachttijd oplopen. Gelukkig geeft onze vriend Google een alternatief. Ik gok het erop. Antwerpen blijkt dan heel uitgestrekt en vooral ook héél lelijk, maar de meeste tijd rijd ik. Richting Gent, gelukkig niet helemaal die kant op, want daar blokkeren de boze boeren weer het één en ander.
De verkeersdrukte alterneert; lekker doorrijden en dan bij Lille is het weer hollen of stilstaan, maar rond 16.30 uur kom ik toch mooi aan in een heel lelijk, maar comfortabel hotel buiten Arras.
Ben ik lucht geworden?
Dag twee begint heel landelijk. Tot Rouen ben ik vooral met de plaatselijke bevolking en de tractoren op weg. Ieder dorp lijkt dichtgeplakt met kranten, maar ik vind het geweldig. De Franse boeren blijken een variatie op de omgekeerde vlag te hebben: de naamborden van de dorpen hangen ondersteboven. (la tête en bas). Zie uitleg aan het einde.
Mijn eerste stop wordt Amiens. Na het drinken van mijn kopje thee wil ik afrekenen. De ober begint me te helpen, maar vindt dat de rinkelende telefoon voorrang heeft. Hij komt er niet uit en staat de discussiëren met zijn baas; ik ben lucht geworden. Net als ik me bedenk weg te lopen, helpt een andere ober me de deur uit.
Péage kost een paar duiten
Amiens is niet om over naar huis te schrijven, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen, dat ik niet écht geprobeerd heb de stad te ontdekken. Hun brede winkelstraat die alleen toegankelijk is voor voetgangers, is zoals je veel ziet in Frankrijk. Goed ingericht en in de zomer kun je er heerlijk flaneren.
Deze dag verloopt verder heel voorspoedig. Bij de péage moet ik wel even slikken; voor 200-250 km moet ik wel zo’n 35 euro aftikken. Maar gelukkig heb ik de dag daarvoor in België heel goedkoop getankt!
P.S.
Ik lees in bericht van november 2023: “de omgekeerde plaatsnaamborden zijn een symbolische actie van de Nationale Federatie van Boerenbonden (FNSEA) en Jonge Boeren (Young Farmers) om het landbouwbeleid aan de kaak te stellen dat “op zijn kop staat”.
De Fransen en Nederlandse boeren verschillen niet veel van elkaar!