Mannentruien. Eerst een stukje geschiedenis, dan tips en tricks.
Een beetje geschiedenis
Mannentrui vinden hun oorsprong in de arbeiderswereld. Tot de 19e eeuw droegen rijke mannen geen trui. Pas toen men ontdekte dat sporten ook een leuk tijdverdrijf was gingen de heren over op een trui. Het kledingstuk kreeg de naam sweater, letterlijk om zweet op te vangen bij inspannende activiteiten.
In de jaren 40-50 van de vorige eeuw komen de volgende mannentruien aan bod. In ‘college’stijl of geïnspireerd op inheemse Amerikaanse thema’s. Zie de trui hieronder.
De mannentrui
Een trui draag je zo op de blote huid of als je dat fijner vindt op een onderhemd of T-shirt. Ook kun je natuurlijk een trui over een overhemd trekken en de kraag eruit laten piepen. Mannentruien heb je in verschillende diktes en met verschillende halzen. Ik ga ze allemaal langs en geef tips over de trui voor jou.
Allereerst je postuur. Kijk dan wat het beste bij jou past.
Schouders
Brede schouders?
Ga voor een fijne ribbel en raglanmouwen. Dan loopt er een schuine naad vanaf de okselholte tot de halskraag.
Vermijd kabeltruien. Dan oog je massief.
Smalle of afhangende schouders?
Zorg voor een overhangende schouder. De schoudernaad gaat dan verder dan je natuurlijke schouderlijn waardoor je breder lijkt. Of neem een trui waarbij de mouwen precies mooi aansluiten bij je schouderlijn. Verder doen lichte kleuren bovenaan je schouders breder lijken.
Mager of gezet
In beide gevallen vermijd je het woord “té” Zorg dat je trui niet té wijd en zeker ook niet té strak is.
Ben je de laatste tijd aangekomen? Vermijd dan mannentruien en T-shirts met een ronde hals. Ga ook met een grote boog om grove breisels heen, maar vermijd ook te dunne stoffen. Het accentueert alleen maar die buik. Positief gesteld: je zoekt mannentruien met een medium dikte materiaal. Houd je bovendien van strepen? Dan ga je voor de verticale versie.
Welke truihals past bij jou?
V-hals
Heb je een korte nek, dan is de V-hals voor jou heel geschikt. Een lange hals wordt nog langer bij een V-hals. Niet doen dus.
Ben je in een zakelijke omgeving en heb je zichtbaar borsthaar en wil je niet dat je gesprekspartner(s) afgeleid worden? Dek het af met een polo of een net T-shirt.
Wil je wat netter overkomen? Draag een overhemd onder je trui met V-hals; de kraag vouw je zogezegd over de V-hals heen.
Ronde hals
Draag je een trui met ronde hals over een overhemd, dan moet de kraag van je overhemd onder de trui vallen. Daarom zijn overhemden met button-down (knoopjes op je boord) ideaal onder een trui met ronde hals.
De ronde hals is dus heel goed voor iemand met een lange hals. Ook een col kun je goed hebben.
Korte nek of onderkin? Overslaan die ronde, hoge hals. En zeker geen col!
Opstaande kraag
Naast de ronde en V-hals, bestaat de opstaande kraag. De kraag bevat een rits of knopen of is een shawlkraag, waarbij de kraag oprolt. Deze mannentruien kun je goed over een overhemd dragen. Let wederom op dat de kraag binnen de trui valt. Als dit niet goed gaat kies je voor een button-down overhemd.
Coltrui
De col. Lekker warm in de winter. Alleen aan te raden als je een lange hals hebt. Dan oogt het bijna artistocratisch. Heb je een korte nek of heb je een onderkin: NIET DOEN. Je lijkt er alleen maar korter en dikker door. Dat wil je toch niet?
Materialen
Truien zijn meestal gebreid. Van katoen of wol of een menging met een synthetisch weefsel. Let op dat de trui niet te veel synthetisch materiaal bevat. Dat is benauwd dragen. Bovendien blijft je trui minder lang mooi. Zorg in ieder geval voor minimaal 50% natuurlijk materiaal zoals wol, katoen, viscose, zijde.
Katoen is minder warm, krimpt minder maar wordt sneller vaal. Vooral geschikt voor de zomer dan wel op een plek waar de verwarming toch al hoog staat. Wol is warmer, blijft langer mooi maar slijt wel eerder en kan krimpen. Dat laatste hangt vooral af van hoe je je trui behandelt. Op het etiket staat hoe je een trui moet wassen. En weet je het niet zeker, was dan koud. En leg de trui neer om te drogen, anders raakt-ie uit model.
lees ook